Noord Hollands Kanaal
Het Noord-Hollands kanaal loopt van Amsterdam tot Den Helder. Met een beetje
fantasie lijkt de vorm van het kanaal op de letter S. De knikken die daar in
voorkomen liggen ter hoogte van het plaatsje Akersloot en Purmerend. Het
beginpunt van dit beroemde viskanaal start ter hoogte van de IJ-tunnel nabij
Amsterdam. Met doorvaarten naar alle doorgaande wateren in Noord-Holland maakt
dat dit water zeer aantrekkelijk is. Van alle kanten kan de vis binnen zwemmen.
In de kop van Noord-Holland eindigt dit kanaal in het Balgzand Kanaal. Op
vrijwel alle plaatsen is het kanaal aan minstens één zijde goed bereikbaar
voor vissers. Op vele plaatsen staan er mooie lange rietkragen langs het kanaal
waaronder de vis zich graag ophoudt.
De breedte van het kanaal varieert van 35 m tot 60 m. De diepte varieert van 1,5
m bij de kant tot maximaal 4,5 m in het midden. Het water stroomt meestal licht,
maar kan na regenval ook redelijk hard stromen.
Er zijn drie parkoersen waar regelmatig wedstrijden gehouden worden, namelijk
bij Purmerend, tussen Akersloot en Alkmaar (bekend van de korpswedstrijd van
Kennemerland en bij ’t Zand alwaar het onofficiële Nederlandse
Koppelkampioenschap wordt gevist. De manier van vissen is op deze plaatsen is
nagenoeg hetzelfde.
Omdat het kanaal meestal licht stroomt, is het water uitermate geschikt voor het
vissen met de dobber, zowel met de vaste hengel als met de match- en bolognese
hengel.Toch wordt er bij veel wedstrijden massaal naar de Feeder gegrepen.
Hierbij vist men dan dicht onder de overzijde alwaar veelal grote voorn en
brasem wordt gevangen.Met een kort hengeltje is er doorgaans alleen wat kleine
vis te vangen, meestal moet de vis wat verder weg gezocht worden.
Vanaf zo’n 11m tot aan de overkant is er met de dobber goed vis te vangen,
zowel groot als klein. In de zomer en het najaar wordt met de Feeder de
wat zwaardere vis gevangen.
Het visbestand bestaat voornamelijk uit kolblei, voorn en brasem tot zo’n 1 á
2 kg. Daarnaast wordt er tussendoor ook karper, baars, snoekbaars en paling
gevangen.
Over het te gebruiken voer heeft iedere visser zijn eigen mening. Actief voer
brengt snel vis op de plek van een wat kleiner formaat. Bij het gebruik van
passief voer duurt het langer voor er vis op de plek komt, maar levert doorgaans
wat grotere vis op. Bijvoeren met maden en casters doet het altijd goed, terwijl
men met wormen meestal voorzichtig moet beginnen, daar deze de stek ook erg snel
kunnen ruïneren.
Bijna overal kan men de auto direct achter de visplaats parkeren, zodat er
weinig gelopen hoeft te worden