Wedstrijdgegevens 7: Ringvaart (Vijfhuizen) 6 juli 2002

Wedstrijdverslag 7: Ringvaart (Molenplas) 6 juli 2002

 

Eerst maar even een stukje visserslatijn! Om ons heen horen we veel vissers steen en been klagen over de slechte tot zeer slechte vangsten van de afgelopen weken. Werden er in het vroege voorjaar hier en daar nog flinke uitschieters gemaakt, is er nu geen fatsoenlijk visje meer te vangen. Er is een uitzondering op deze regel en dat zijn de stads en dorps slootjes. Voorbeelden van tegenvallende vangsten kunnen we natuurlijk zelf terug zien in de lijsten van de afgelopen wedstrijden maar je moet voor de grap maar eens met vissers uit de regio praten.

Nu is dit gelukkig niet alleen iets wat ons als wedstrijdvissers overkomt, maar ook karpervissers delen mee in deze malaise. Ik sprak onlangs nog een fanatiek en ervaren karpervisser die de afgelopen twee maanden ieder weekeinde van donderdag nacht t/m zondag aan de waterkant heeft gezeten en in al die weken niet een karper wist te vangen. Ook mijn eigen uitstapje met twee vismaten naar Frankrijk bracht ons niet die vangsten waarop we gehoopt hadden. Schijnbaar, of blijkbaar, is de vis daar ook niet voor een lekker maaltje te porrelen. Tot op heden heb ik vier theorieën gehoord die dit voorval mogelijk zouden kunnen verklaren. De eerst betreft het aanwezig zijn van een overmaat aan natuurlijke voedingsstoffen, insecten larven van insecten etc, wat maakt dat de vis helemaal geen behoefte heeft aan de lekkernijen die wij ze voorschotelen. Alleen rond de paaitijd wilden de vissen nog gebruik maken van een makkelijk aangeboden maaltje visvoer om voldoende energie op te bouwen voor de jaarlijkse uitputtingsslag "de paai". De andere theorie betreft het stelselmatig overvoeren van door toedoen van het toenemende aantal sportvissers en het steeds groter wordende aandeel van het lokvoer. Dit werkt op twee manieren negatief. Al dat voer maakt dat de vissen, als ze dit al nuttigen, verzadigen waardoor de voedselbehoefte afneemt. In het geval dat de vis al helemaal niet naar onze zorgvuldig opgebouwde voerplek omkijkt blijft dit voer dus liggen. Wanneer je zelf eens getracht hebt om voer over te houden, zul je al snel bemerkt hebben dat dit na een paar dagen al flink zuur begint te ruiken. Dit rottingsproces gaat in het water nog veel sneller. Dit proces maakt dat voorheen erkende goede visplekken nu niets meer opleveren. De bodem is compleet verzuurd en de vis is naar schonere plekken uitgeweken. Dit zijn doorgaans de plekken waar de sportvisser niet of moeilijk kan komen. De derde theorie is dat we met de steeds betere uitvoeringen van de Feeders nu werkelijk alle vispopulaties gedresseerd hebben. Werd er vroeger op maximaal 20 meter uit de kant gevist, zitten we tegenwoordig net zo makkelijk op honderd of meer meter uit de kant. Er is bijna geen onontgonnen visplekje meer te bereiken en hebben daarmee onze eigen glazen wat ingegooid. De laatste ligt in de sfeer van het viswaterbeheersplan De oplettende kijkers van Vis-TV hebben ongetwijfeld ook opgemerkt dat bij deze uitzendingen zonder pardon alle vis uit de wateren werd geïsoleerd gesorteerd en gemeten. Na afloop van deze sessie, bedoeld om de diversiteit en groeiontwikkeling van de vissen in dat stuk water in beeld te brengen, werden alle vissen weer netjes teruggezet. Nou ja alle!. De Brasem werden gemakshalve maar naar de vismeelfabriek overgebracht, want die vissoort is aangewezen als bron van alle ellende. Een onbegrijpelijk standpunt, want juist voor de sport- en wedstrijdvissers is juist de brasem wedstrijdvisser nummer 1. Dit is iets wat uiteraard ook bij de OVB en NVVS bekend moet zijn. Omdat viswaterbeheersplan een soort modegril aan het worden is, iedere zich zelf respecterende waterbeherende (vis)vereniging of organisatie doet hier aan mee, is er dus ook bijna geen onontgonnen stuk viswater meer en wanneer in al die wateren de Brasem is vernietigd, dan weten we het wel. Wanneer je hier over nadenkt lijken het allemaal wel steekhoudende theorieën. Vroeger, volgens de verhalen van opa, ving je met een bamboe stok van hooguit twee meter de grootste vissen. Voor het vanuit een bootje vissen hadden we allemaal tot op enkele jaren geleden een aparte vaste stok met een lengte van maximaal 7 meter. Toen zaten we al met 11 meter vanaf de kant te vissen. Nu hoef je daar niet meer mee aan te komen. Wanneer je nu nog veel vis wilt vangen vanuit datzelfde bootje zal je toch echt met de Match of de Feeder moeten gaan zitten. Beide sporten zijn een aparte kunst, zeker het feedervissen bij slecht weer vanuit een bootje. Ook het verzuren van het voer of het aanbod van veel natuurlijk voedsel lijkt legitiem. Zeker met de zachte winter van afgelopen jaar. Hoe dan ook, we zullen moeten wachten tot het tij keert. Wanneer deze vangsten op dit niveau aanhouden zal een zeker percentage van de huidige sportvissers afvallen. Ook zullen we ongetwijfeld wel weer eens een strenge winter krijgen en zal men inzien dat het overvoeren van de vis averechts werkt. Deze sinusgolf beweging zie je natuurlijk overal in het leven terug, dus daar sta ik niet gek van te kijken. Wat onze wedstrijd betreft, dat spreekt voor zich. Na zo een verhaal kan je natuurlijk ook niet aankomen met geweldige vangsten. Was dat maar waar. In de Molenplas (’t Gat van Vijfhuizen) zag het er aanvankelijk allemaal prachtig uit. Veel visbewegingen in het water op alle afstanden. De wind was zwak en komend uit het zuiden. Die paarregendruppels nemen we maar voor lief. Bij aanvang van de wedstrijd bleek al snel dat de vis niet langer actief was. Geen stroming het water. Pas na langdurig volhouden en ultralicht vissen werden de eerste aanbeten geregistreerd. Niet te vangen overigens. Na 1 uur vissen hadden de meeste deelnemers toch wel een vissen in hun netje liggen. Bij de pauze bleek dat de hogere nummers (links in het parcours) betere resultaten boekte dan de lage nummers. Gert-Jan had toen al 4 mooie platte in zijn mandje liggen. Het merendeel van de deelnemers bleef steken op een vis per uur. Pas na de pauze begon er meer roering in het water te komen. Meer aanbeten en regelmatiger werd er vis naar binnengehaald. Wel wat klein van stuk. Normaal moet dit stuk viswater goed zijn voor een winnaar met 15 kilo vis, maar dat gingen we vandaag niet halen. Pas in het laatste half uur kwam de stroming lekker op gang en ging ook de vis weer azen. Dat heeft nog een beetje van het verlies goedgemaakt. Bij weging had Dick het op kop met de vaste stok niet eens zo slecht gedaan. Ondanks dat hij het alleen van het laatste half uurtje moest hebben bracht de weegschaal toch nog ruim 1 kilo vis op. Ook Ruud wist de kilo grens te doorbreken en hakker bij uitstek Fred moest naar huis lopen. Dit is de Sassenheimse regel wanneer je minder dan 1 kilo vis vangt. Zelf bracht mijn vangst bijna 1½ kilo in de schaal maar bij het terugzetten van de vis, bleek dat een bliekje zijn avontuur niet overleefd had. Het reglement bepaald dat deze vis niet meetelt, wat maakt dat de vangst tot 1300 gram is terug gebracht. Dit maar goed ook, want even later bleek dat Nico een zelfde vangst gewicht als ondergetekende had. Zijn vis was allemaal springlevend wat hem ook de terechte nummer twee in dit vak maakte. In dit vak werd Hans eerste met 2200 gram. Hulde. Gerard had ook een van ouderdom overleden exemplaar in zijn bezit, welke uiteraard ook niet meegewogen is. Deze vis was reeds zo stijf geworden dat je deze letterlijk als haring kon gebruiken. Gert-Jan was overduidelijk weer de positieve uitschieter in dit gezelschap. Met ruim 4 kilo vis werd hij overall winnaar van deze wedstrijd. Bij het terugstorten van de vis van Koos gebeurde er iets vreemds. Een mega Snoek had zich net onder de kant verscholen en greep de gedesoriënteerde vis als makkelijke prooi. In tegenstelling tot zijn natuurlijke gedrag, wegzwemmen naar rustiger oorden om zijn vers gevangen prooi aldaar te verschalken, bleef dit exemplaar netjes op zijn plaats liggen. Ieder vis wij daarna voor zijn bek te water lieten werd direct gegrepen en verorberd. Pas bij het te water laten van een stijve pos stopte hij met reageren. De laatste vis, een stevige Baars, van de op staart zittende Mart van Stijn, bracht deze prachtige roofvis tot zijn verzadigingspunt. Met deze mederover in de bek zwom hij of zij met een paar krachtige staartslagen snel weg. Al met al een mooie visdag met iets wat tegenvallende vangsten. De Ringvaart lijkt voor ons een beetje uitgeput. Een sergeant detail is dat de dag dat wij in de ontmoetingswedstrijd met Rijnsburg bij Rutten drie keer niets vingen, Katwijk de volgende dag wel succes in de Ringvaart boekte. Zij zaten dan wel niet bij Rutten maar bij Zwanenburg, maar vingen met 11 deelnemers toch mooi 68 kilo vis. Er is dus nog hoop.

Vis en vang voorzichtig en hopelijk tot dinsdag 16 juli.

 

Vriendelijke visgroeten, Peter Dekker

  

Uitslag Ringvaart 6 juli 2002 

.

Wedstrijd 7

Gevangen

NAAM

Gewicht

Vak

Punten

1

Gert-Jan Vos

4150

2

1

2

Hans de Waard

2200

1

1

3

Nico van Vliet

1400

1

2

4

Peter Dekker

1300

1

3

5

Dick Zandbergen

1100

1

4

6

Ruud Vos

925

1

5

7

Marcel Minnee

750

2

2

8

Bram Beij 

700

2

3

9

Henk Duwel

675

2

4

10

Fred Meeuwenoord

500

1

6

11

Koos van Hecke

450

2

5

12

Mart van Stijn

350

2

6

13

Gerard Suykerland

250

1

7

14

Wim Zoet

75

2

7

15

Marcel Vos

A

0

9

15

Aad Montanje

A

0

9

15

Piet Kruit

A

0

9

15

Henk Duwel

A

0

9

15

Ronald Moerland

A

0

9

15

Edwin Leichtenberg

A

0

9

15

Wil Zoet

A

0

9

15

Theo van Toorenenburg

A

0

9

15

Jan Stapel

A

0

9

15

Jaap Freke

A

0

9

15

Frits van der Kruijf

A

0

9

Webmaster:  Peter Dekker
Publisher
: Peter Dekker
terug