Deze wedstrijd is voor
een aantal personen de gelegenheid om een beetje van de enorme achterstand
goed te maken die een ieder inmiddels had opgelopen t.o.v. afwezige koploper
Fred. Hij is deze week de gelukkige vader van een wolk van een dochter
geworden luisterend naar de naam Romi. Een voorspoedige bevalling ging
hieraan vooraf en moeder en kind maken het uitstekend, maar vaders wilde wel
graag in de buurt blijven. Logisch want dit wurmpje is nu slechts 4 dagen
oud.
Verder voel ik me bij ieder verslag wat ik aan het schrijven ben net Pieter
Paulusma. We beginnen steevast met de veranderlijke weersomstandigheden en
eindigen met “Oet 14 dagen”. Ook nu weer zitten we net op de grens van
prachtig voorjaarsweer en een koudere regenachtige periode. Het heeft
afgelopen nacht pijpenstelen geregend, maar gelukkig was het tijdens de
wedstrijd geheel droog. De paraplu’s konden dus in het foedraal blijven. In
de ochtend stond er weinig wind (ZW) wat maakte dat de baancommissarissen
besloten toch aan de Zuid-Oost zijde van de vaart te gaan zitten. In de
dagen / weken voorafgaand aan deze wedstrijd is door een aantal leden al
druk gepionierd in dit typische voorjaarswater. De vis ligt er, dat is een
ding wat zeker is. Rijen dik wel te verstaan, maar bijten is toch weer een
ander verhaal. Tijdens het paasweekeinde lag er duidelijk een voorkeur voor
het stuk waar we nu moesten vissen. Toen bleek dat de vaste stok het beter
deed dan de Feeder. De vis was nog rustig en er konden nog geen overmatige
activiteiten tussen het riet waargenomen worden. Nu was het in de kanten
tussen het jonge riet een gespetter van jewelste. Is de vaste stok dan nog
steeds de aangewezen vismethodiek? Je zag menigeen twijfelen en veel werd er
op twee paarden gewed. Dit stuk trekvaart is beduidend breder dan een stuk
terug wat maakt dat je met de vaste stok niet veel verder dan ¾ komt. Dan
maar twee voerplekken maken en maar zien waar het schip strand. Om 5 over 7
werd het startsein gegeven. Wim gooide direct een korf in de Noordzee en kon
weer opnieuw gaan optuigen en nog geen minuut later lag mijn eerste
middelmatige Brasem in het mandje. Met de stok wel te verstaan. Dat belooft
wat! Maar het uur daarna viel toch wel wat tegen. Hier en daar werd er een
visje gevangen en naar later bleek deed alleen Aad het heel erg goed. Hij
had het geluk om net voor een klein slootje te mogen zitten en daar lagen de
Platte blijkbaar drie lagen dik opgestapeld. Gerard wist een aantal mooie
exemplaren te haken, alleen het binnenhalen wilde niet lukken. Ik zag dat
Bram met de Feeder niet veel maar wel hele zware Brasem binnenhaalde. Dan
toch maar met de Feeder? Zo zag je veel deelnemers gedurende de eerste
helft van de wedstrijd regelmatig van techniek wisselden. Toegestaan, zolang
er maar een haak tegelijk in het water ligt. In de pauze bleek dat er over
het algemeen slecht was gevangen. Veel vuil en vastzitten en ook de wind was
aangezwengeld zodat de vaste stokkers het steeds moeilijker kregen. De
tweede helft had zo een beetje iedereen zijn definitieve keuze wel gemaakt
en was het opvallend dat juist diegene die de eerste helft vis vingen dit de
tweede helft niet vol konden houden en andersom.
Helaas ging de wind ruimen naar het Noorden en zaten we eigenlijk aan de
verkeerde kant. Het drijfvuil, werd naar onze zijde gebalzen wat maakte dat
de vaste stokkers moeilijk in konden gooien. Steevast was de haak en lijn
besmeurd met gras, riet of andere slecht vangende attributen. Enkele
uitzonderingen daargelaten omdat Aad en Ruud vrolijk doorbleven vangen. Hans
had het summum gevonden door iets schuin te gooien waardoor hij net op de
hoek van een zijsloot viste wat maakte dat hij beduidend meer aanbeten
kreeg. Een geluk dat hij een kopplaats had anders had dit geheid voor
problemen gezorgd. De regel is immers dat een iedere min of meer recht voor
het uitgezette nummer moet vissen. Omdat er niemand klaagde hebben we dit
maar door de vingers gezien. Het vissen in de trekvaart is voor een groot
deel toch een loterij. Op een slechte plek, zonder riet of sloot aan de
overzijde, ben je bij voorbaad al verslagen. De tweede helft ging het in vak
1 goed lopen. Peter Zoet ving regelmatig Brasem, dan weer in het midden en
dan weer aan de overzijde. Nico wist ook met regelmaat een dikke Brasem
binnen te loodsen en zelf ving ik bij vlagen twee, drie Brasems achter
elkaar en vervolgens weer 10 minuten niets. Het was wel zoeken naar de
juiste diepte en er werd ook met regelmaat vis per ongeluk gehaakt. Geeft
wel veel sport, maar toch! Henk in vak 2 ging ook ineens vis vangen en
Martijn weer juist niet. Dick was de pechvogel van de dag. Alles geprobeerd
maar het zat niet mee. Geen veelbelovende overkant en zelfs met zijn vaste
stok zat hij met regelmaat vast aan de bodem. Ruud wist op een of andere
manier toch weer een top om zeep te helpen nadat hij eerst al zijn elastiek
had gebroken. Dit euvel was nog wel te verhelpen, maar de breuk uiteraard
niet. Gelukkig heeft hij meerdere topsets waarvan er nu nog een heel is. Dat
wordt repareren of investeren! Bij de weging werd duidelijk dat in vak 2
beduidend minder vis was gevangen, behalve dan Aad, want die ving de hele
wedstrijd lekker door. Henk had de tweede helft nog veel goedgemaakt, maar
verder was het toch wel triest. Ook Koos vanaf staart kon niet voldoende
vangen om Aad te bedreigen. Gemiddeld 2½ kilo zonder Aad en 5 kilo met Aad.
Ook was het verschil in “soort” Brasem opvallend. De ene deelnemer ving
brasem vol met kuit, de andere haalde alleen maar lege Brasems binnen. In
vak 1 werd meer vis gevangen. Gemiddeld 8 kilo vis. Dat gemiddelde verandert
echter niets aan de puike vangst van Aad. Met 20 kilo is hij duidelijk
overall winnaar. Leuk voor zijn koppelmaat (Fred) die er dus niet was.
Tot over 14 dagen
in de Langeraarse Plassen.
Dan mag een ieder alleen in een bootje.
Vriendelijke visgroeten, Peter Dekker